Op Chiloe deel 2

15 november 2017 - Ancud, Chili

12-11 Naar Dalcahue

Het is zondag, dus tijd voor de kerk. Dat komt goed uit want op Chiloé zijn veel kerkjes die op de Cultureel Erfgoedlijst van de Unesco staan. Je moet beginnen met het kerkjesmuseum in Ancud. Maar dat is dicht. Dan maar het eiland op, alle erfgoedkerkjes staan netjes op de kaart. Ze zijn bijzonder omdat vooral het interieur een unieke sfeer ademt. Niet dat ze eeuwen oud zijn zoals de staafkerkjes in Noorwegen, maar omdat ze een mooi beeld geven van de bewoners van Chiloe. In alle kerkjes die we zien, hangen scheepjes. Vissersscheepjes. Bij de eerste, in Colo, rijden we verkeerd omdat de navigator ons naar het terrein van een (verlopen ogende) industriele zalmvisserij leidt, in plaats van naar het gelijknamige dorpje. Er is net een trouwerij geweest want de galerij boven de deur hangt vol met witte balonnen. In de tweede is net een kerkdienst aan de gang. De kerkzang wordt vlot begeleid met een gitaar ensemble. Daar kunnen we dus niet zomaar naar binnen lopen. In Quicavi, ook een vissersdorp, maken we een stop voor de lunch. Hier zien we voor het eerst de Zwartnek Zwaan rond scharrelen. Wat is het toch bijzonder dat de bij ons bekende diersoorten er hier ineens heel anders uit kunnen zien. Wat heeft Darwin daarvoor bedacht toen hij op zijn wereldreis ook Chiloé aandeed? De afstamming moet gelijk zijn, lijkt me, want het is niet logisch dat er vanaf scratch twee verschillende soorten kivieten zijn ontstaan. Nog maar eens opzoeken. De natuur is hier wel gul. Zo makkelijk als je hier soorten kunt ontdekken. Ze zijn er gewoon en meestal niet schaars. Als je stil gaat zitten en goed om je heen kijkt zie je zo 10 of meer vogelsoorten. Vlakbij dit dorp is een grot waar mythische figuren wonen. Die grot ontdekken we niet.

Het volgende kerkje zoeken we in Dalcahue (hue betekent huis in de taal van de Chilotes, de lokale indianensoort). Maar onze aandacht wordt snel afgeleid door een grote artisanale markt. We hebben koude voeten en hoofd, en van de lokale organisch geverfde wol is een paar pantoffelsokken en een ijsmuts snel gekocht. De verkoopdames hebben weer grote schik met ons onbeholpen (Chileens-) Spaans. Er staat ook een Trauco, tegen betaling te fotograferen. Een mythologische figuur. Gnoom die met blikken kan doden en onweerstaanbaar is voor jonge maagden die hij erotische dromen bezorgt en zelfs op magische wijze kan bezwangeren. Het dorp heeft een echte boulevard. Twee jongens staan er wat clownesk te jongleren. Een prototype skater laat zijn kunsten zien. (waarom zien die jongens er overal eender uit met wijde broek en achterstevoren pet?) We drinken koffie in een hip tentje met zicht op de boulevard. Lekker warm hierbinnen. Vandaag is aangekondigd als regendag. Dat geeft hele dunne miezermotterneerslag, en nu begint het ook nog koud te worden. Via een hobbelende ongeplaveide weg komen we 3 kilometer buiten het dorp op een, afgezien van drie blaffende honden en een lief poesje, verlaten prachtige camping met zicht op een baai (Canal Dalcahue) en het eiland (Curaco de Vélez) aan de overkant. Mirador las Islas is dus een toepasselijke naam. Net als vorige campings vinden we deze op de app I Overlander. Een in principe offline app waarmee je op een kaartje door uit te zoomen allerlei info vindt, dat er door andere reizigers is opgezet. Het klopt niet altijd en is ook niet altijd actueel, maar er staat zoveel op dat het zeer bruikbaar is. En het is een wereldwijd systeem.  Na een halfuurtje komt de boer thuis en heet ons alsnog van harte welkom. Stroom, warme douches en gratis poesje kosten hier 3000 pesos per persoon. We moeten snel  verder naar het zuiden, want de prijzen nemen af met de breedtegraad. Om de kou te compenseren, denken we.

Vanuit onze plek met zicht op het ‘strand’ en de overkant, kunnen we veel vogels spotten. Onze nieuwe kijker in combinatie met de wildlifegids voor Chili, die we voor de vorige reis kregen, helpt daar goed bij. Een aantal Hudsonian Godwits (hoe heet zo’n beest in het NL, een godwit?) en sandpipers. En om ons heen haviken, zuidelijke lapwings en ook hier weer de luiddruchtige Black Faced Ibis. In de baai zien we een kopje snel bewegen door het water. De lokale zeeotter, vermoeden we. Hij zwemt van het ene drijvende eiland naar het andere, op zoek naar een goed restaurant. De baai ligt vol met drijvers in zwart en oranje uitgevoerd. Ten behoeve van de zalmvisserij. Ook op de oever liggen veel kunststof materialen het aanzien te verstoren. Aan het einde van de dag breekt de zon nog heel even door de bewolking, goed voor een paar mooie plaatjes. Als je goed kijkt zie je de drijvers liggen.

13-11 Naar Cucao

Signor, is die grote witte auto van u, blijkt de vleesmeester in de supermarkt aan mij te vragen. Dat dringt pas tot mij door als er meer mensen beginnen te roepen. Gauw naar buiten. Hij is vanzelf gaan bewegen richting Ruta 5, de transpanam, die hier overigens maar twee rijbanen heeft. Hij is ook weer keurig gestopt, 20 meter verder, nog zeker 50 meter van de weg af. Handrem vergeten, domoor. Twee jaar geleden is hier een vrachtwagen helemaal naar de weg gereden en die overgestoken. Een geluk dat de voorwielen van onze Nissan niet rechtstonden. Onthouden dus. Als je de handrem vergeet, zorg dan dat de wielen niet recht staan.

De supermercado ligt een stukje boven Castro. Daar hebben we niet kunnen winkelen want parkeren in de buurt van de grote winkels is daar op maandagmorgen onmogelijk. We hebben wel even bij de haven gestopt en de Palafitos bekeken, de beroemde huizen op palen langs het water. In een ervan drinken we koffie. Brandnieuw tentje, mooi als een sauna met onbewerkt hout ingetimmerd. We zijn bijna de eerste klanten. Ze heeft een tweede hobby, met stukjes wol popjes maken. Ze toont grote dozen vol met mooi gekleurd materiaal.

We vertrokken vanmorgen niet al te vroeg. Genieten van de rust en de heerlijke warme douche. De campingboer is steeds hard aan de slag met electrische schaaf en zaag. Hij laat me trots zien wat hij maakt. In een nieuwe loods komt een gastenverblijf. Van een boom op zijn eigen terrein maakt hij banken.

De weg naar Cucao loopt langs een groot meer. Prachtige vergezichten, ook door de aanrollende golven door de stevige bries. Het meer is door een riviertje met de oceaan verbonden, waarop wordt afgewaterd. Een eenvoudig en logisch watersysteem, dat altijd werkt zolang het land boven zeeniveau ligt.

Het bezoekerscentrum van de Conaf heeft voor ons een paar mooie wandelingen in petto. Alleen een beetje erg blubberig als je de afslag mist. Er zwermen hier groepen groene ara’s rond. Luid kwetterend van boom naar boom. Die met de rode bloemen zijn het lekkerst en dus favoriet. Als er een roofvogel overvliegt is de groep snel vertrokken om enkele minuten later terug te keren.

Veel campings zijn hier nog dicht. Kom in januari maar terug. Hmmmm. Maar de Mirador is open. Als we ons melden wordt snel het sanitair gepoetst en is men behulpzaam met stroom en drinkwater. Het sanitair is goedbedoeld rommelig. Wel schoon maar, zoals op alle plekken waar we tot nu toe waren, amateuristisch in elkaar geflanst. Waardoor je na 5 jaar weer opnieuw kunt gaan bouwen. Vloer en wanden van soort balatum, water loopt slecht weg. Ach als het maar lekker warm is om ‘s morgens onze stijve botten te ontdooien.

We horen het geluid van de branding, een paar kilometer verderop. En overal bordjes welke kant je opmoet in geval van Tsunami. Dat komt hier wel voor, het laatst in 2010. Er is langs de gehele kustlijn een tsunami alert systeem, dat tijdige evacuatie op gang kan brengen. In de avond lopen we nog even door het duin richting zee. Langs vele mooie gele bremstruiken. Op een mooie duintop zien we in de verte de branding rollen.

14-11.

Met je 4X4 over het strand crossen. Ik ben daar niet zo van. Niet zo duurzaam misschien, of is het wat anders. Twee associaties. Oostvoorne op het autostrand, rond 1963. Onvoorzichtige of onverstandige chauffeurs die hun auto vast lieten lopen in iets te rul zand. Het water komt snel op. Winter 1985. Een wandeling aan de binnenkant van de stuifdijk bij de Boschplaat op Terschelling. Een aanhoudend geronk van achter de dijk. Eilanders die in dit jaargetij onbekeken en ongestraft over het strand scheuren op zoek naar iets wat een recente storm ze aanbiedt.

Maar goed, enige aarzeling en we doen het toch. Naar het indianendorpje Huentemó. 15 kilometer naar het noorden. We zijn er bijna als het spoor toch niet verder blijkt te gaan. De ondoorwaadbare plaats in de mui is echt te diep. Er is wel een loopbrug. Dan maar een stukje wandelen, de auto tussen lage duintjes achterlatend. We zien keuterboeren op kleine lapjes grond ploeteren. De prei is klaar om te oogsten. De andere akker wordt met de hand omgezet. Buenos Dias. Enthousiaste groet terug. Het is hier toch wel eenzaam wonen. We komen een roestvrijstalen tweespoelbaks keukenblad tegen. Op wieletjes. Er loopt een man voor. Of liever, hij staat ergens op te wachten. Niets of niemand in de buurt. Alleen vogels, rotsen en wat schaarse begroeiing. Een lokale gewoonte om een huwelijkspartner te zoeken? We zullen er niet achter komen.

Hoe zit het hier met hoog- en laagwater? Soms is het tijverschil groot, lazen we. En dan overal die bordjes welke kant je op moet bij een tsunami. Omhoog denk ik. Maar het valt mee. Na een uurtje staat er zelfs nog minder water tussen de twee oevers van een kreekje. We rijden er fluitend doorheen. De natuur biedt weer verassingen. Een Kingfisher en een Andean Flicker. Volgens het boekje allebei dames. Ben wel benieuwd naar de vertaling, vooral de laatste, in het latijn Colaptes Rupicola.

Een bruine roofvogel, niet al te groot, scharrelt voor ons uit op het strand. Elke keer als we dichterbijkomen vliegt ie even op maar blijft in de buurt. In de verte zijn twee zeemeeuwen aan het paren, nauwelijks zichtbaar door de van zonlicht trillende lucht vlak boven het strand. Op het onmetelijke en vooral verlaten strand staat een man te vissen met een lijn. Het uiteinde gooit hij zover mogelijk in de enorme branding. Kan me niet voorstellen dat je daar wat mee vangt, maar hij zal het wel niet voor het eerst doen.

In de middag gaan we zuidelijk, een bergweggetje op. En ook weer stukjes strand, dat is toch de meest comfortabele off road optie. Halverwege, vlak voor een brug, worden we aangemoedigd iets te betalen, maar het bord is te vaag om voor te stoppen. Aan het einde van het weggetje is geheel onverwacht een parkeerplaats gemaakt, met parkeerwachter, in de middle of nowhere. Je kunt van hier een privaat natuurterrein in. Veertig minuten wandelen dan kom je bij de rotskust aan de oceaan. We doen er bijna een uur over. Dan komt de grote verassing. We horen het geknor van zeeleeuwrobben uit de verte. Een grote kolonie zit aan de overkant op een rots, 50 meter van de kust. Daarboven een grote kolonie rotscormoranten, bijna niet te onderscheiden van pinguins, omdat ze ook rechtop lopen en een grote witte buik hebben. Het is heen en weer een stevige tippel, maar zeer de moeite waard. Er is ook nog een mythologische uitleg van dit gebied. Alleen in het Spaans, dus dat bord moeten we nog eens even rustig vertalen.  Muelle de las Almas. Halverwege de tippel wordt ons kaartje gevraagd. Ja dat had je bij de brug moeten kopen. Wat nu? Dat kan hier ook. Mooi zo.

Vandaag lekker geoefend met de 4X4, hi en lo. Bij lo is het echt een monster dat veel uitdaging aankan. Maar hoe komt ie weer in de highway stand? Het signaal blijft hardnekkig knipperen op 4X4 lo, nadat we hem omzetten. Hypocriet als we zijn: we blijven graag amateurs op dit gebied. En door het vele geschommel verliest de koelkast de helft van zijn inhoud. Het palletje van de deur is nogal sleets. Een waslijntje voorlangs gespannen geeft ons nieuwe hoop verdere rommel te voorkomen.

We keren eenvoudig terug op camping El Mirador, vlak voordat de boer en de boerin terugkomen uit de stad, Castro. Het wordt killer. Tijd voor een stevige pisconeut.

6 Reacties

  1. Wilma:
    15 november 2017
    wat een mooie verhalen, alsof ik er bij ben😉
  2. Epie Schipperse:
    16 november 2017
    Fijne verhalen weer,Ik geniet er van.Goeie reis verder.Ik verheug me op het volgende verslag. Groetjes Epie.
  3. Ria&Leo:
    16 november 2017
    Avontuurlijk en relaxt. Mooi man! (en vrouw natuurlijk Nicolette haha)
  4. Ria&Leo:
    16 november 2017
    Enne.... zondags naar de kerk??? Nou ja die daar hebben wel iets bijzonders natuurlijk haha
  5. Herman & Tine:
    17 november 2017
    In the middle of nowhere en.....1 met de natuur, wel een verschil met ons "overbevolkte" Europa !
    Pinguïns etc. in overvloed in hun natuurlijke omgeving, prachtig.....hoef je niet meer te zien in de zoo
    Prettige reis verder, ben je een beetje "lief" tegen je 4x4.....
  6. Willem:
    17 november 2017
    Alweer een prachtig verhaal.