Chile Chico

29 november 2017 - Chile Chico, Chili

26-11 Naar Chile Chico

De lucht is stralend blauw, er staat een stevige wind uit het westen als we in Chile Chico arriveren. De weg hier naar toe is (weer eens) geweldig. Steeds weer andere zichtlijnen op het blauwe water met witte schuimkoppen van het grote Lago General Carrera. En dan die eeuwige witte bergtoppen erachter. Het went niet, de pracht en praal deze vakantie. Ook de grillige rotsformaties en grote watervallen dragen bij aan ons geluk. De weg zelf daarentegen, is zacht gezegd weer eens behoorlijk avontuurlijk. Op het spannende af. Het eerste stuk is royaal en glad, maar het middenstuk is smal en nauwelijks beschermd strak tegen de bergwand aangelegd. Grote stenen uit de rotswand gevallen, die je beter kunt ontwijken. En veelvuldig wasbord wegdek. Als je dan in een flauwe bocht iets te hard rijdt, breekt je auto snel uit. En dat is niet prettig als de afgrond naast je gaapt. (this is not a good section to drift of the road, zegt het boekje. Gelukkig lezen we dit pas achteraf.) Want er is hier en daar wel een vangrail, maar op vele plaatsen is die door grote vallende stenen weggevaagd. Dus rustig aandoen. En we hebben geluk want volgens het boekje kan er midden in de zomer op de hoge gedeelten ook nog sneeuw liggen. Nu merken we alleen dat de weg daar ruwer is en met grotere stenen. Over de 100 km langs het meer doen we dan ook meer dan 4 uur. En regelmatig stoppen om een plaatje te maken.

We rijden om 9 uur weg uit bij camping Los Piedras  (National Park Patagonie) met een beetje regen. Nog een beetje stijf in de leden van de wandeling gisteren. Vandaag hoeven we alleen maar op te letten, niet te lopen. Mooie afwisseling. We willen een andere weg terug dan heen op dit stuk, en dat kan als je een bootkaartje hebt van Chile Chico naar Puerto Ibanez. Kom je gelijk weer op een goed verharde weg uit. Daarvandaan kunnen we nog wat mooie excursies doen in het midden en noordelijke deel van de carretera.

In Chile Chico is het mooiste gebouw van de (semi) overheid. Een grote busterminal met kantoren en loketten. Zonder veel bussen overigens. Gelijk weer gratis internet van de overheid op deze plek aan het centrale parkplein. In het ticket office, gelukkig op zondag wel geopend, zijn twee plaatsen bezet. Een moeder en haar 5 jarige zoontje. Wie van jullie verkoopt de kaartjes, vraag ik. Dat wordt snel duidelijk. Er zijn geen andere klanten en binnen 5 minuten staan we buiten met de gewenste kaartjes. Een meevaller, want in het seizoen is de boot soms weken van te voren volgeboekt voor auto’s.

Chile Chico is een doorgangsplaats in de route van en naar Argentinië. Maar OV is hier berucht en beroerd. Er rijden bijna geen, en te kleine bussen die aansluiten op de ruta7, de carretera austral. Niet heel gek als je weet hoe de weg is. Dus veel wanhopige lifters langs de weg, zegt het boek. Wij zien ze gelukkig niet want willen wel graag maar mogen geen lifters meenemen in ons camperbakje.

De camping is een plaatje. Beschut onder grote populieren, lekker plekje in de zon. Een oud bedrijfsvaartuig met mooie klipperkop dient als dorm. Prachtig. Zou ik graag willen slapen. Ligt als een huis op een oude trailer, ver van het woelige water.

Het stadje heeft een bijzondere geschiedenis. Precies honderd jaar geleden woedde hier een oorlog tussen een paar grote projectontwikkelaars en eerder gevestigde boeren. De ontwikkelaars wilden iedereen voor een habbekrats uitkopen om grote plantages aan te kunnen leggen. Aanvankelijk met steun van vrienden bij de overheid in Santiago. Maar de boeren verenigden zich en vochten terug. Tot er doden vielen. Zowel bij de boeren als bij de carabinieros.  In uiterste wanhoop werd door de ontwikkelaars het buurland in de strijd betrokken door het gerucht te verspreiden dat de boeren grond in Argentinië wilde bezetten. Dus ook dit land stuurde een klein legertje. Dat loste niets op, want er was geen internationaal probleem. Zowel Santiago als Buenos Aires gingen door de bocht toen ze, na bezoek van de boerendelegaties, doorkregen hoe het spel gespeeld werd door de ontwikkelaars. Die hebben hier geen poot meer aan de grond gekregen. Trots volkje hier. En een mooie gedenkmuur. In 2018 is het precies 100 jaar geleden dat hier slag werd geleverd.

De ober heet ons zeer vriendelijk welkom. Zoveel mogelijk in het Engels. “Welkom in Chili (het zou tenslotte kunnen dat we hier net het land binnenkomen). Waar komt u vandaan? Holanda. Wat leuk. Mijn grootvader kwam uit Duitsland. Hij is na de oorlog Europa ontvlucht en hier in 1947 met een Chileense getrouwd.” O ja, leuk reageren we. Zonder gene vertellen wat je afkomst is, dat hadden we niet verwacht. Hij ziet er inderdaad uit als een kruising tussen Chili en Duitsland. Pikzwart haar maar een zeer blanke huid. En licht autistisch. We zien intussen de Jägermeister staan tussen de andere drankflessen en begrijpen het. Er is geen menukaart voor het diner. “U kunt vis of vlees eten. Van de vis zijn er nog maar 2 porties.” Vis genoeg in dit grote meer van Generaal Carrera lijkt ons. We bestellen elk wat anders. En elk een half flesje van de bijkleurende wijn. Mag ik wel een koude? Ehhh, als u dat wilt, natuurlijk. We zijn de tweede tafel die bezet is. Dus de ober staat verder zeer secuur, bijna dwangmatig, de glazen schoon te poetsen. De zaak loopt langzaam vol. Achter ons een Schot, Zweed en Amerikaan aan een tafel. Ook hen heet hij welkom in Chili. “I’ve been here for a while”, bromt de Schot droog. Ze werken vast bij het mijnbouwbedrijf dat we vanmiddag passeerden. Ze bestellen buiten de virtuele kaart. Een grote schotel vol vleeshompen. Dat is kennelijk de lokale hap. Een merkwaardige tent. Arabische sfeer, staat er buiten aangekondigd. En Arabisch eten. Maar het enige wat op de ontbijtkaart Arabisch aandoet is de baklava. Dat lijkt ons meer Turks. Maar vanuit Chileens perspectief is daar misschien niet veel verschil tussen. De zaak hangt vol met Arabische snuisterijen, waarbij vooral de buikdanskettinkjes opvallen. Zou de oosters uitziende eigenaresse nog gaan optreden? Helaas, we maken dat niet mee. De rekening bestaat uit een papiertje met een bedrag er op: 25.000 pesos. Ongeveer 30 euro. Voor drie gangen. Niet veel geld voor een avondje plezier.  We vragen ons later af of hij de wijn wel gerekend heeft. Niet meer te checken.

Het is interessant om te bedenken dat dit gebied nog maar een korte ontwikkelgeschiedenis heeft. Bewoningssporen zijn al wel 5000 tot 6000 jaar oud. Rots en spelonktekeningen van lama’s zijn daar stille getuigen van. Hoewel de Spanjaarden al in de 16e eeuw het continent in snel tempo veroverden, zijn er lang onontdekte gebieden gebleven omdat de toegankelijkheid beperkt was. Zo is het landgoed Rio Nadis, waar we twee nachten waren, nog maar net 100 jaar geleden ontdekt door de Duitse wetenschapper, ontdekkingsreiziger Herr Doktor Hans Steffen, die de loop van de Rio Baker verkende. De grote rivier die het ‘overloopje’ is van het grote meer General Carrera. De Rio Baker is een dispuut op zich. Het land heeft behalve koper en ijzer en een paar andere mineralen, weinig natuurlijke hulpbronnen. En juist die mijnbouw en industrie zijn energie-intensief. Dus moet vrijwel alle energie geïmporteerd worden. We zien niet veel zonnepanelen, windmolens en andere alternatieve energiebronnen. Dat komt weer omdat de geïmporteerde energie te goedkoop is. De Rio Baker is in potentie een belangrijke energiebron als je hier en daar een dam zou bouwen. Dat willen de lokale bewoners niet, want het verpest hun natuurlijke woon- en werkomgeving, maar er worden wel steeds plannen gemaakt. Lastige afweging: natuurbeheer en energievoorziening. De discussie zal nog wel even duren.

De hosteria waar we te gast zijn, heeft een Belgische oorsprong. Niet alleen verkeerde Duitsers trokken hier naar toe. Ook een grote groep Waalse Belgen is na de oorlog hier neergestreken. Het huis ziet er niet erg Zuid-Amerikaans uit, en er is creatief omgesprongen met de lokale omstandigheden, zoals de dorm in de klipper. Maar ook een hout gestookte hot tub. Een bourgondische omgeving, met wijnkelder en inclusief de mogelijkheid van een door de Belgische dochter gekookte maaltijd. Nee Vlaams spreekt ze niet, wel een aardig mondje Frans.

In Nederland storm, regen en sneeuw. Maar hier kondigt de zomer zich aan. De temperaturen gaan eindelijk oplopen tot zomerse waarden boven de 20 gr en een bijna strakblauwe lucht. Alleen de stevige wind (ongebruikelijk volgens de lokalo’s) houdt het fris. Onder deze omstandigheden moeten we toch ernstig gaan overwegen te gaan emigreren. Op de estancia Rio Nadis wilden we al solliciteren om een jaartje te komen helpen. Beetje houthakken, gaucho en caballero spelen, timmerklusje doen. Lange winteravonden beetje lezen en schrijven bij de open haard. De aandrang wordt, ook met het stijgen van de temperatuur, groter. Niet in de laatste plaats door de vertrouwd aandoende ‘Europese’ sfeer. Hmmmm.       

Foto’s

5 Reacties

  1. Florence:
    29 november 2017
    Wat een woest en onbedorven landschap. Prachtig. Die bruggen lijken mij wel erg spannend!
  2. Essy:
    29 november 2017
    Ik waardeer, naast de inhoud, de hoge frequentie van de verslagen
  3. Matteke de Vries:
    29 november 2017
    Is weer overweldigend jongens, en eng :-) Blijf voorzichtig!
  4. Willem:
    1 december 2017
    Volgens mij kan je je bootje niet missen.
  5. Ria&Leo:
    3 december 2017
    Doorgaaaaaan !! Fantastisch dat land en die mooie natuur. Wat genieten is dat en... ja emigreren zouden we niet zo leuk vinden aan de Rietschar. Aan de andere kant.... , een geweldig logeeradres daar is natuurlijk ook heeeeel aantrekkelijk.